In deze studie willen we graag kijken naar de prachtige belofte in Jesaja 9, de belofte van “een groot licht” aan een volk dat in duisternis wandelde.
Ik beschrijf het boek van Jesaja graag als een boek dat spreekt over de complete donkerheid van het volk van Juda, met daar tussendoor de prachtige “lichtflitsen” van complete hoop en verlossing voor ditzelfde volk en voor alle mensen.
Deze lichtflisten vinden we in alle profetieen over de grote Christus en het komende koninkrijk onder het nieuwe verbond.
(Jes. 2, 7, 9, 11, 42, 49, 53 en anderen)
Jesaja 9:
1 Het volk dat in donkerheid wandelt, ziet een groot licht; over hen die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een licht.
2 Gij hebt het volk vermenigvuldigd, zijn vreugde groot gemaakt; het verheugt zich voor uw aangezicht als met de vreugde bij de oogst, zoals men juicht bij het verdelen van de buit.
3 Want het juk dat het drukte, en de stang op zijn schouder, de roede van zijn drijver, hebt Gij verbroken als op Midjansdag.
4 Want elke schoen die dreunend stampt, en elke mantel, in bloed gewenteld, zal verbrand worden, een prooi van het vuur.
5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
6 Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de Here der heerscharen zal dit doen.
Als we naar deze prachtige woorden kijken van vers 1 dan zien we allereerst dat dit in scherp contrast staat tot de eerste 8 hoofdstukken van Jesaja.
In deze eerste 8 hoofdstukken word Juda beschreven als:
Onttrouw en geworden als een hoer. (Hoofdstuk 1)
Hoogmoed en trots. (Hoofdstuk 2)
Ijdelheid van de vrouwen van Juda. (Hoofdstuk 3)
Een wijngaard die zure vruchten voortbracht. (Hoofdstuk 5)
In hoofdstuk 7 en 8 lezen we over de donkere dagen die zouden komen over Juda.
Ja, Assyrie en haar heerschappij zouden komen tegen Juda. (7: 17- 25)
Maar dit zou zelfs een verharding brengen over dit volk. (Hoofdstuk 8: 19- 22)
De hopeloosheid is groot onder het volk! Ze hadden Jehovah en Zijn geboden totaal verwaarloost en stonden op het punt van oordeel en verderf.
Maar er zou een grote verlossing komen voor Juda, hoofdstuk 8 vers 23, en deze verlossing wordt beschreven in de prachtige en rijke profetie van hoofdstuk 9 vers 1- 6.
Het volk dat in donkerheid wandelt, ziet een groot licht; over hen die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een licht.
En zo komen we hier bij een rijke en prachtige belofte voor Juda!
Nu was er donkerheid en diepe duisternis. Maar dit zou gaan verandaren naar de komst van een groot licht, een licht dat zou stralen! En dit alles zou beginnen in het land van Galilea, het gebied van Zebulon en Naftali.
Als we naar het nieuwe Testament gaan kijken zien we dat deze belofte een directe betrekking heeft op Jezus.
Mattheus 4:
13 En Hij verliet Nazaret en ging wonen te Kafarnaum, aan de zee, in het gebied van Zebulon en Naftali,
14 opdat vervuld zou worden het woord, door de profeet Jesaja gesproken, toen hij zeide:
15 Het land Zebulon en het land Naftali, aan de zeeweg, over de Jordaan, Galilea der heidenen:
16 het volk, dat in duisternis gezeten is, heeft een groot licht gezien, en voor hen, die gezeten zijn in het land en de schaduw des doods, is een licht opgegaan.
17 Van toen aan begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
Jesaja gaat hier verder op in met prachtige woorden in vers 2- 4 als hij schrijft, 1) Gij hebt het volk vermenigvuldigd, zijn vreugde groot gemaakt; 2) het verheugt zich voor uw aangezicht als met de vreugde bij de oogst, zoals men juicht bij het verdelen van de buit, 3) Want het juk dat het drukte, en de stang op zijn schouder, de roede van zijn drijver, hebt Gij verbroken als op Midjansdag en 5) Want elke schoen die dreunend stampt, en elke mantel, in bloed gewenteld, zal verbrand worden, een prooi van het vuur.
Prachtige woorden die spreken van het verbroken juk en de grote vreugde, het verdwijnen van schoenen die stampen en het verdwijnen van in bloed gewentelde mantels.
Ja, dit alles laat zien de grote rijkdom van het werk van Christus!
Verbroken jukken, grote vreugde en geen vijanden meer! In Christus is de boze en zijn werk totaal en compleet overwonnen. (Mattheus 11: 28- 30)
Het ware licht zou komen in Christus en zijn verbond! (2 Kor. 3: 1- 18)
Hoe wordt deze Christus beschreven door Jesaja? Met vier prachtige namen!
Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
Men noemt Hem, Wonderbare Raadsman.
Als we na gaan denken over de grote Christus, dan zien we in deze profetie van Jesaja 9 grote kwaliteiten van Christus.
Jezus word genoemd wonderbare raadsman, twee belangrijke woorden.
Het woord wonderbaar komt van het Hebreeuwse woord "pele" en betekent "iets dat buiten gewone proporties is".
Het woord raadsman komt van het Hebreeuwse woord "yaats" en betekent "raadgeven".
Dus wat zien we daarin? Christus is een raadsman die raad kan geven dat buiten gewone proporties is. Hij geeft raad dat buitenproportioneel is.
Lukas 2
45 En toen zij Hem niet vonden, keerden zij terug naar Jeruzalem, Hem zoekende
46 En het geschiedde na drie dagen, dat zij Hem vonden in de tempel, waar Hij zat te midden der leraren, terwijl Hij naar hen hoorde en hun vragen stelde
47 Allen nu, die Hem hoorden, waren verbaasd over zijn verstand en zijn antwoorden.
Koll. 2
1 Want ik stel er prijs op, dat gij weet, hoe zware strijd ik te voeren heb voor u, en voor hen, die te Laodicea zijn en voor allen, die mijn aangezicht niet hebben gezien in het vlees, 2 opdat hun harten getroost en zij in de liefde verenigd worden tot alle rijkdom van een volledig inzicht, en zij het geheimenis Gods mogen kennen,Christus,
3 in wie al de schatten der wijsheid en kennis verborgen zijn.
In Christus is alle hemelse wijsheid en kennis.
In Christus vinden we allemaal onze wonderbaarlijke raadgever.
Men noemt Hem, Sterke God.
Mattheus 28:
18 En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde.
19 Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.
20 En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.
Fill. 4
11 Niet dat ik dit zeg, als zou ik gebrek lijden; want ik heb geleerd met de omstandigheden, waarin ik verkeer, genoegen te nemen.
12 Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden zowel in overvloed als in gebrek.
13 Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft.
Geliefden, het kind is geboren en gekomen!
En het kind, Jezus, heeft alle macht gekregen door Zijn dood en opstanding.
Het oude verbond, gemaakt door Mozes ging, en het nieuwe verbond van Christus kwam.
(2 Kor. 3: 1- 18)
Lukas 2
10 En de engel zeide tot hen: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen:
11 U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David.
12 En dit zij u het teken: Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe.
13 En plotseling was er bij de engel een grote hemelse legermacht, die God loofde, zeggende:
14 Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens.
(Vergelijk: Micha 5: 5; Zacharia 9: 10; Efeze 2: 17; Fill. 4: 6)
Ja de grote Christus.
Hij is degene die vrede brengt op aarde.
Hij kan een vrede geven die alle begrip te boven gaat.
Jesaja 53:
5 Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden.
De straf die ons de vrede brengt, WAS OP HEM!
De vrede die wij mogen kennen is gekomen door Christus, maar Christus heeft daar eerst voor moeten lijden.De straf die wij verdiend hebben, is op Hem gekomen. Hij heeft onze straf gedragen.
Geliefden, wat een aanbod dat God Zijn kinderen geeft.
Een aanbod van vrede die alle begrip te boven gaat.
Geliefden, God is zo goed voor ons. God is zo goed.
Door Christus heen, komt God tot ons met een wonderbare Raad, een kracht die ons bijstaat, armen die ons dragen en vrede die alle verstand te boven gaat.
In deze vier namen van Jezus vinden we de kracht en de ware genezing voor alle mensen.
Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid.
In dit vers zien we vier belangrijke aspecten van de bediening van Christus.
A. Groot zal de heerschappij van Jezus zijn.
B. Eindeloos zou de vrede van Jezus zijn.
C. Op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid.
D. Van nu aan tot in eeuwigheid.
Groot zal de heerschappij zijn van het koningschap van Jezus.
Dit laat zien dat Jezus is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
(Daniel 2: 44; Mattheus 28: 18- 20; Efeze 1: 19- 23; Fill. 2: 9- 11; Koll. 1: 18)
Micha 5:
4 Dan zal Hij staan en hen weiden in de kracht des Heren, in de majesteit van de naam des Heren, zijns Gods; en zij zullen rustig wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde,
5 En Hij zal vrede zijn.
Eindeloos zou de vrede van Jezus zijn.
Jezus bracht complete en volmaakte vrede.
(Lukas 2: 14; Efeze 2: 11- 22)
Jezus zit op de troon van David.
Sinds de opstanding van Jezus zit Jezus op de troon van David.
Deze belofte was aan David zelf gegeven, 2 Sam. 7: 8- 16, en we lezen hoe Jezus als de zoon van David deze belofte heeft vervuld. (Handl. 2: 29- 36; Rom. 1- 4)
Van nu aan tot in eeuwigheid.
Met de opstanding van Christus is Hij op de troon van David gezeten en deze troon zal voor eeuwig zijn en de heerschappij zal nooit meer verloren gaan.
(Daniel 2: 44)
De ijver van de Here der heerscharen zal dit doen.
Wie zou dit alles tot stand brengen? De ijver van de Here der Heerscharen!
Het woord “ijver” komt van het Hebreeuwse woord “qinah” en dit woord betekent, 1) gloed, vuur, naijver en jaloersheid.
De betekenis van dit woord word het beste beschreven als “een gloeiend vuur van jaloersheid”. God wilde dit volk nog steeds redden. God wilde alle mensen redden.
Zo was het gloeiende vuur van jaloersheid de basis voor dit werk.
En zo mogen we opnieuw stellen. Het is God die een werk heeft gedaan, door Zijn eigen Zoon, om alle mensen te redden. (Rom. 11: 33- 36)
Conclusie:
De engel Gabriel, Lukas 1: 26- 38, Mattheus, Mattheus 4: 12- 16, Petrus, Handl. 2: 29- 36 en Paulus, Handl. 13: 32- 39, laten allemaal zien dat Christus de vervulling is van deze belofte.
Als we naar de belofte van Jesaja 9 kijken zien we dat deze belofte de Christus aangaat!
Of met andere woorden, het gaat de belofte van het nieuwe verbond aan! (2 Kor. 3: 1- 18)
We zien in deze belofte van Jesaja 9 dat God een belofte deed aan Juda van een groot licht! Ja, het was de belofte van een verlosser, Christus, en een eeuwig koninkrijk wat nooit meer verloren zou gaan. (Daniel 2: 44)
Als we dit koppelen aan ons grotere thema, Gods verbond Israel, dan zien we opnieuw dat deze belofte aan Juda Christus-centrisch is. De oud Testamentische beloften zijn allemaal Christus-centrisch. Niets meer en niets minder.
Naast deze belofte zijn er geen andere beloften!
De Israelieten hebben een nieuw verbond gekregen, Jer. 31: 31- 34; Hebr. 8: 8- 13, en daarin ligt de verlossing van alle Israelieten. En dit nieuwe verbond is Christus-centrisch.
Meer is niet nodig!
Nergens in het oude Testament is er “een tweede soort” van belofte aan Israel.
Er is één belofte en dat is de belofte van een volmaakte verlosser en een volmaakt verbond.
En deze belofte aan Juda bevestigd dit opnieuw.